dinsdag 12 februari 2008

1843



De Oosthavenkade De bewoning aan de Oosthavenkade is door middel van archiefstukken terug te voeren tot de 17e eeuw. Theoretisch gezien zou langs de Oosthavenkade ook bewoning vanaf de Midden/Late IJzertijd kunnen worden verwacht. De buitendijkse ligging van de Oosthavenkade zorgde ervoor dat dit gebied diverse keren overstroomde. In de 4e/3e eeuw v. Chr. brak in de omgeving van de Oude Haven het kreekstelsel de Vlaarding in het landschap. De oeverwallen hiervan waren in de IJzertijd en Romeinse Tijd bewoond. De Oosthavenkade ligt daar waar de oostelijke oeverwal verwacht wordt. Ook deze oeverwal kan bewoning hebben gekend.
Na de overstromingen raakte het terrein afwisselend begroeid met riet. Deze plant groeit voornamelijk in de oeverzone van open water, brak water en drijvende zegge- vegetaties en impliceert daarmee een nat milieu. Landbouwactiviteiten zullen vanwege de hoge vochtigheid niet direct aan de Oosthavenkade, maar verder oostwaarts hebben plaatsgevonden. Om het terrein voor menselijke activiteiten gereed te maken, heeft men het natte terrein plaatselijk met zand opgehoogd.
Omstreeks het einde van de 19e eeuw werd het deel van de Oosthavenkade tot aan de Callenburgstraat bij de stedelijke bebouwing betrokken.
In 1980 is op de Oosthavenkade een Spaanse, zilveren munt uit de 17e eeuw gevonden. Dit gebeurde bij de bouw van een huis. (bron VLAK VLaardingen)