dinsdag 30 oktober 2007

zonder bezit geen identiteit


break down (ineenstorting) van Michael Landy (GB)

Begin 2001 legt Landy een inventaris aan van alles wat hij bezit. Dat zijn 7006 objecten. Elk object registreert hij en stopt het in een plastic tas. Vervolgens zet hij alles op transport naar een leegstaand winkelpand in London. Daar staat een lopende band opgesteld, bemand door een tiental medewerkers, allen gekleed in uniform. Een voor een zetten zij de voorwerpen in een bak op de lopende band en halen ze uit elkaar in afzonderlijke onderdelen. Aan het einde van de lopende band staat een verpulvermachine. Ook brieven, zijn paspoort en geboortebewijs, en zelfs werken gemaakt door zijn vrienden. Het laatste oject dat hij vernietigd is zijn meest dierbare bezit: een nappa jas van zijn overleden vader. 40.000 mensen zijn getuige van deze break down, ineenstorting. Tijdens het project wordt Landy bijgestaan door een non, een priester en een psychiater, die allen van mening zijn dat hij hulp nodig heeft. Zijn moeder kan hij er niet bij hebben, want zij huilt de hele tijd. Voor Landy zelf was het alsof hij zijn eigen begrafenis bijwoonde. Niet alleen de materiele kant maar juist de emotionele waarde van objecten en de relatie die zij vertegenwoordigen tussen mensen roept veel emotionele reakties op: zonder bezit geen identiteit.